Ga direct naar inhoud
A A
logo SNWV
  • Organisatie
  • Contact
  • Home
  • Nieuws
    • Nieuwsoverzicht
  • Onderzoeken
    • Start hier je onderzoek
    • Archieven
    • Bouwdossiers
    • Kranten
    • Beeldbank
    • Bibliotheek
    • Personen
    • Thema's
    • Onderzoekstips
  • Bezoeken
    • Jouw bezoek
    • Vestigingen
    • Educatie
    • Activiteiten
  • Archief en advies
    • Archief en advies
    • Overheden
    • e-Depot
    • Particulieren

Ga naar onze Twitter pagina
Ga naar onze Facebook pagina
Ga naar onze Instagram pagina
Contact

  1. Startpagina
  2. Zoeken door archieven
Uw zoekacties: Stadsbestuur Elburg, 1320-1813
Mijn Studiezaal Mijn Studiezaal (inloggen)

1001 Stadsbestuur Elburg, 1320-1813

In onze collectie bevinden zich de archieven van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. De stukken gaan terug tot 1231. Ook kun je via dit venster zoeken in andere archieven die bij ons beheert worden of overgedragen zijn, zoals kerkelijke archieven, het archief van je sportvereniging of bedrijfsarchieven zoals dat van de Veluvine verffabriek.

 
Lees meer
 

Kom je er niet uit? Kijk dan eens bij onze themapagina’s of de onderzoekstips. Uiteraard kun je ook altijd contact opnemen via het contactformulier. Onze deskundige medewerkers gaan je dan helpen met jouw vraagstuk.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
1001   Stadsbestuur Elburg, 1320-1813
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe
Voorwoord
De beide hierna volgende inventarissen zijn in één deel veerenigd, aangezien, gelijk in de inleiding tot den inventaris van het oud-archief van den zeepolder Oosterwolde nader is uiteengezet, een nauwe samenhang tusschen het stads- en het polderbestuur heeft bestaan, en buitendien het grootste en oudste gedeelte van het polderarchief in eigendom aan de gemeente Elburg toebehoort.
Den gebruikers zij nog medegedeeld, dat het geheele oud-archief van Elburg, alsmede dat van den polder Oosterwolde, aan het Rijksarchief in Gelderland te Arnhem in bewaring zijn gegeven.
laatste wijziging 15-02-2023
3.371 beschreven archiefstukken
314 gedigitaliseerd
totaal 1.001 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe
Inleiding
Hoewel de literatuur over de geschiedenis der stad Elburg niet zeer uitgebreid is, kan toch ter inleiding van dezen inventaris vooral worden verwezen naar het verdienstelijke, in 1885 te Utrecht verdedigde, proefschrift van Mr. P.A.N.S. VAN MEURS, "Geschiedenis en rechtsontwikkeling van Elburg". Deze schrijver gaf hier de rechtsbronnen van Elburg uit, welke tot 1636 hebben gegolden, doch heeft zijn werk voorzien van een inleiding, waarin de geschiedenis der stad beknopt is weergegeven tot aan de tot stand koming van het tweede keurboek (c. 1460).
Zoowel in de inleiding als in de rechtsbronnen vindt men verschillende gegevens over de inrichting van het stadsbestuur enz. Een ouder en veel minder uitvoerig, maar in zijn soort toch ook niet onverdienstelijk proefschrift is dat van den lateren burgemeester der stad Mr. A.W. VAN OLDENBARNEVELD, "De Elburgo ejusque statutis municipalibus" (Harderwijk, 1758).
Het stelt zich vooral ten doel te betoogen, dat de stad aanmerkelijk ouder moet zijn, dan sommige historici, onder wie hij vooral SLICHTENHORST noemt, wel meenen. Het gebied der stad Elburg heeft oudtijds tot het ambt Doornspijk behoord, en is, waarschijnlijk in de eerste helft der 13de eeuw-de oudste stadrechtbrief is verloren gegaan, waardoor de juiste datum niet bekend is-daaruit gelicht, om verder een zelfstandig bestaan te voeren.
Men bedenke hierbij dat de stad later tweemaal landwaarts in is verlegd, doordat de zee ter plaatse een groot deel van de kust heeft afgeslagen. In de 14de eeuw wist men nog, dat de stad oorspronkelijk den naam Doornspijk had gedragen, en gebruikte toen ook nog het oude zegel * 
Of hier werkelijk een burcht heeft gestaan, en dit de reden was, waarom men van de "stad van der Elborch" sprak, is niet meer uit te maken. Het aan den zeekant gelegen deel der stad, dat o.a. het oude stadhuis *  bevat, heeft waarschijnlijk nog tot het oude stadsgebied behoord, en is niet door de uitleggingen ontstaan.
In een brief van 1332(o.a. afgedrukt door VAN MEURS, Bijlage(I) schrijven de schepenen van Elburg aan de stad Lübeck: Utimur secreto nostro, cujus titulus est secretum de Dorenspijt; nam olim civitas nostra praedicta tali nomine dicebatur.
Over dit merkwaardige gebouwtje verscheen eene verhandeling van Dr. JAN KALF in het Gedenkboek der vereeniging "Hendrick de Keyser" (1928), blz. 36
Het stadsbestuur bestond aanvankelijk uit schepenen, terwijl de landsheer een richter als hoofd van dit bestuur aanstelde. In latere tijden wordt deze vertegenwoordiger van de Hooge Overheid scholtis genoemd. Evenals in andere steden heeft de magistraat dezen ambtenaar van zijne plaats weten te verdringen.
Te Elburg was zijn taak omstreeks 1570 alleen nog van rechterlijken aard, d.w.z. hij was in crimineele zaken belast met het vooronderzoek en vervulde dus de plaats van het Openbaar Ministerie. Het vonnis werd echter door den magistraat uitgesproken en geëxecuteerd. Deze scholtis had alleen binnen de stad Elburg gezag.
Een buitenambt, gelijk men dat bij verschillende andere steden kende, bestond hier niet:
het ambt Doornspijk, dat immers het buitenambt zou hebben moeten zijn, was een onderdeel van het drostambt Veluwe en had als zoodanig een eigen scholt, die hulpofficier van den drost was. Hieruit is te verklaren, dat de Elburgsche scholtis later geheel op den achtergrond is gekomen, waarmede hij zijne positie in de stad verloor, en zijn ambt tot een zuiver ereambt werd.
Men vond te Elburg oudtijds twaalf schepenen, van wie er telkens twee voor twee maanden met de werkzaamheden waren belast. De raad zal vermoedelijk evenals elders door de afgetreden oud-schepenen zijn gevormd.
Eene vertegenwoordiging van de burgerij is te zien in het college der gemeenslieden of gezworen gemeente, dat door de verschillende gilden verkozen werd.
Veel invloed hebben de gemeenslieden nooit bezeten. Burgemeesters vindt men volgens VAN MEURS het eerst in het jaar 1368.
In de 18de eeuw bestond de stadsregeering gewoonlijk uit acht schepenen en raden, onder wie twee burgemeesters; het aantal gemeenslieden bedroeg twaalf.
Een secretaris stond het stadsbestuur ter zijde.
De ordinaris-keurdag was 14 Januari (Pontiani).
Evenals elders is het college van den magistraat in 1795 door eene municipaliteit en in 1798 door een gemeentebestuur vervangen. Eene beschrijving van de omwenteling, alsmede van de patriotsche moeielijkheden in de voorafgaande jaren vindt men in de levensschets van Mr. H.H. VITRINGA, o.a. secretaris der stad Elburg, voorkomend in het Gedenkschrift van Mr. C.L. VITRINGA, deel I, (1857).
Het oudst bekende stadszegel *  waarvan o.a. in de collecties van het Rijksarchief in Gelderland twee zwaar beschadigde exemplaren voorkomen, vertoont een burcht met drie torens. In één geval, nl. bij een schepenbrief van 1305 in het archief der Commanderij van St. Jan te Arnhem, is een contrazegel gebruikt, dat een leeuw met enkelen staart vertoont.
Noch van het zegel noch van dit contrazegel is een volledig randschrift bewaard, maar het is wel mogelijk om deze aan de hand van de nog voorhanden gegevens te reconstrueeren. Dat van het zegel luidt dan: S.Civitatis de Elborg, dat van het contrazegel: Secret. Doorenspidh. Uit dit laatste blijkt dus, dat wij in het contrazegel nog het oude wapen van Doornspijk vinden,
In 1361 voor het eerst vindt men een leeuw in het stadszegel, die echter een kroon draagt en een gespleten staart vertoont. Bovendien bevindt zich in den schildvoet een ster en boven het schild een E. Het randschrift luidt: SIGILLVM OPIDI ELBVRGENSIS *  .
Volgens VAN MEURS heeft de stad in de 16de eeuw weder een zegel met een burcht aangenomen, terwijl in het tegenwoordige wapen der gemeente Elburg beide voorstellingen vereenigd zijn.
Dit vertoont in zilver een poortgebouw met twee torens van rood, gedakt van blauw en gevaand van zilver, met gouden poortkozijn en valdeur, en vóór de poortopening een liggenden, omgewenden leeuw, eveneens van goud.
zie over de oudste stadszegels VAN MEURS, blz.5-7.
Een afbeelding van dit zegel komt voor op het titelblad van dit boekwerk.
De rijkdom van het Elburgsche archief is den oudheidkundigen reeds lang bekend.
In de dissertatie van VAN OLDENBARNEVELD bovengenoemd zijn verscheidene stukken uit het archief aangehaald.
Dat hij, gelijk hij in de voorrede mededeelt, zoo gemakkelijk toegang tot de archieven zijner geboortestad verkreeg, zal wel verklaard moeten worden uit het feit, dat zijn vader er het burgemeestersambt bekleedde. Later heeft het stedelijk archief de belangstelling gehad van diens opvolger, den bekenden W.A. VAN SPAEN (burgemeester 1769-1795), die er vele afschriften maakte en verscheidene stukken in zijn "Inleiding tot de historie van Gelderland" afdrukte. Naar Mr. VAN MEURS schrijft, werden door VAN SPAEN, onder medewerking van VAN OLDENBARNEVELD (Jr.) en den lateren stadssecretaris D. HOEFHAMER de stukken eenigzins geclassificeerd, en in "Laaden" (houten kistjes met schuifdeksels) geborgen.
Van den inhoud dezer 27 laden vervaardigde de Geldersche historieschrijver en hoogleeraar Mr. PIETER BONDAM een nog aanwezigen inventaris
N.B. (zie hierna Inv. nos. 396, 397).
Hierin werden de stukken een voor een beschreven, in de volgorde, gelijk zij werden aangetroffen, d.w.z. vrijwel zonder systeem. Wel waren in iedere lade de stukken, die op soortgelijke onderwerpen betrekking hadden, bijv. gruit, militaria, enz. tezamen gebracht *  .
In 1800 werd door den toenmaligen secretaris D. HOEFHAMER eene groote hoeveelheid archivalia ontdekt, die na lezing en vernietiging van het onbruikbare in 13 nieuwe laden geborgen werden.
Tevens maakte hij een summieren inventaris van de verschillende, in het stadsarchief, dat toen nog de administratieve en rechterlijke stukken beide bevatte, aanwezige deelen en dossiers.
De 40 laden werden hierbij slechts als zoodanig vermeld.
Curiositeitshalve zij hier nog medegedeeld, dat het stadsbestuur hem den 23sten December 1801 voor deze werkzaamheid eene gratificatie van 130 gulden toekende * 
Op verschillende stukken, met name op de ingekomen brieven, komen notities voor in handschrift uit de 16de en de 17de eeuw. Vermoedelijk zijn deze afkomstig van vroegere secretarissen der stad, die aldus in enkele woorden het onderwerp van den brief aangaven. Tot eenige ordening van het archief schijnen deze werkzaamheden niet te hebben geleid.
Request met apostille in den inventaris-HOEFHAMER (hierna Inv. no. 398).
Een inventaris van de 13 nieuwe laden in den trant van dien van Mr. P. BONDAM is nooit tot stand gekomen. Onder de latere geschiedschrijvers heeft vooral Mr. Is. An. NIJHOFF voor zijne "Gedenkwaardigheden" verscheidene Elburgsche stukken gebruikt, echter alleen uit de eerste 27 laden.
Mr. VAN MEURS ontleende bij de bewerking zijner dissertatie veel aan het archief, en hij vestigde de aandacht van den Rijksarchivaris in Gelderland, Mr. J.F. BIJLEVELD, op den verwaarloosden toestand, waarin het zich toen weder bevond. Toen nu juist in dezen tijd tot de overbrenging van de rechterlijke archieven naar de Rijksarchiefdepots was besloten, is dit gedeelte voor Elburg niet ter plaatse uitgezocht, aangezien er niemand, genoegzaam bekend met het oude schrift, voor dit werk kon gevonden worden.
De scheiding is toen te Arnhem tot stand gebracht, waarna in 1885 de Rijksarchivaris aan den burgemeester, Mr. H.Th. GREGORY, voorstelde de 40 laden aan het Rijksarchief in Gelderland in bruikleen te geven.
In October van hetzelfde jaar werd hiertoe door den gemeenteraad besloten *  Men noemde deze collectie de charterverzameling, doch in de laden bevonden zich, behalve charters, een groot aantal losse stukken, onder welke bijzonder veel brieven. In de jaren 1886 en 1887 is deze verzameling door den commies-chartermeester Mr. J.J.S. baron SLOET geïnventariseerd, d.w.z. van alle stukken werden op fiches beschrijvingen, van oorkonden en brieven in regestvorm, vervaardigd en deze chronologisch geplaatst.
Een tweetal, zij het gebrekkige, indices van persoons- en plaatsnamen kwam eerst jaren later door andere hand tot stand. In de berging der stukken was geene verandering gebracht; alleen waren de charters in zakjes geplaatst.
Ten onrechte vermeldt het gemeente-verslag over 1885, dat deze afstand geschiedde op grond van het K.B. van 9 Oktober 1883 (Staatsblad no. 141). In werkelijkheid regelde dit slechts de overbrenging der oude rechterlijke archieven.
In dezelfde jaren heeft men het te Elburg achtergebleven gedeelte in orde gebracht en gecatalogiseerd, gelijk het gemeente-verslag over 1887 het noemt.
De hieraan verbonden conclusie, dat "het archief thans volkomen aan de eischen voldoet *  , was in latere jaren door nieuwe verwaarloozing te niet gedaan. Behalve uit het z.g. nieuw-archief bestond deze verzameling ook nog uit een vrij belangrijk oud-archief.
Dit laatste werd in 1927 ter inventarisatie naar Arnhem overgebracht.
Het bevatte o.a. eene groote brievencollectie, alle stadsrekeningen (in den loop der tijden, vooral wat de oudere betreft, sterk verwaarloosd), enkele gildearchiefjes, en stukken afkomstig van de vroegere Weeskamer.
Een inventaris in den zin, waarin men dezen tegenwoordig opvat, kon de arbeid van Mr. SLOET niet worden genoemd. Voor eene nieuwe inventarisatie moest deze arbeid opnieuw worden verricht, terwijl hierin natuurlijk ook het te Elburg achtergebleven gedeelte moest worden betrokken.
Hieruit is de volgende inventaris ontstaan. Door deze inventarisatie is o.a. uit de charterverzameling het archief van het voormalige St. Agnietenconvent, voorzoover nog aanwezig, gereconstrueerd, welk archief geheel verspreid was geraakt.
Het grootste nut der collectie-SLOET heeft hierin gelegen, dat zij het mogelijk maakte, brieven en bijlagen, welke soms ver van elkaar en in verschillende laden waren terecht gekomen, weder te vereenigen.
Het is duidelijk, dat de berging en de nummering der laden na dezen nieuwen inventaris niet in stand kon worden gehouden. Eene concordantie van oude en nieuwe nummering is niet vervaardigd, omdat dit niet noodzakelijk scheen.
Ook geciteerd bij STAATS EVERS, Gelderland's voormalige steden, blz. 136.
De ingekomen stukken, die tot ééne groote collectie zijn gebracht, zijn gemakkelijk terug te vinden. Ook het terugvinden der charters zal geen moeielijkheid opleveren.
Verder is in den ouden inventaris-BONDAM aangeteekend, waarheen de daar genoemde stukken bij de nieuwe inventarisatie zijn overgebracht. Buitendien wordt het onderzoek door een uitvoerige regestenlijst vergemakkelijkt. In deze lijst zijn de brieven opgenomen tot aan het tractaat van Venlo, na welks datum, 7 September 1543, de hoeveelheid te uitgebreid wordt, en de oorkonden tot 1578, het jaar, waarin de eerste Staatsgezinde stadhouder van Gelderland optreedt.
In een aanhangsel is de inventaris van het archief der Weesmeesters opgenomen.
Het college van de weesmeesters schijnt kort vóór 1585 te zijn ingesteld.
In de ordonnantie van het weeshuis (19/29 Maart 1585) *  wordt althans medegedeeld, dat zij "nu indertijd onlanghsleden hierbinnen (te Elburg dus) instituiert" zijn, en vervolgens wordt medegedeeld, dat de magistraat op hun verzoek de ordonnanties van gelijke huizen te Utrecht, Amersfoort en Harderwijk heeft laten nagaan. In dezen tijd ook zijn de inkomsten van het Schipluidengilde *  aan het weeshuis toegekend. Uit de ordonnantie op het weeshuis blijkt weinig of niets omtrent den verderen werkkring der weesmeesters. Een ordonnantie op de weeskamer, die blijkens een extract, beschreven in Inv. no. 1814 moet hebben bestaan, is noch hier, noch in het archief van den magistraat aangetroffen.
Zie Inv. no. 1813.
Zie over dit gilde VAN MEURS, blz. 13, en een artikel van G. Haasloop Werner in den Gelderschen Volksalmanak, 1848, blz. 126 vlgg. Van het hier genoemde gildearchief is vrijwel niets aangetroffen.
De weesmeesters hadden, ook afgezien van het bestuur van het weeshuis, niet volkomen dezelfde functiën als hunne gelijknamige collega's in de westelijke provinciën. De magistraat der stad was Opperweesmeester, en had als zoodanig de benoeming van voogden aan zich gehouden *  , terwijl de weesmeesters zich alleen met het afhooren van de door de verschillende voogden gevoerde administratie zagen belast. Met het bestuuur van het weeshuis hadden de weesmeesters ook het beheer over de aan die instelling afgestane gelden van het Schipluidengilde. Hunne vergaderzaal in het weeshuis werd de Weeskamer genoemd, en daar bewaarden zij hun archief.
Ten gevolge van de strenge bepalingen, bij de overdracht *  der schipluidenfondsen gesteld, kwamen in den loop der tijden zeer weinig weezen in het weeshuis, en de weesmeesters wendden, naar het schijnt, de rijke inkomsten grootendeels voor eigen genoegen aan.
De registers van benoemingen in het Rechterlijk archief vangen aan in 1637.
VAN MEURS, blz. 13 noot 8 noemt als datum dezer overdracht 11 mei 1587, doch zonder vermelding van bron.
In 1796 stond het gilde al zijn eigendommen aan de stad af ter besteding voor onderwijs en weezenverpleging, terwijl in 1809 de magistraat het bekende "convenant" sloot met den admiraal Van KINSBERGEN over het besteden dier inkomsten ten behoeve van de door dezen gestichte inrichtingen van onderwijs * 
In dezen tijd gaf men den weesmeesters ook wel den naam Scholarchen. Het nog bestaande Instituut bevindt zich ter plaatse, waar vroeger het weeshuis stond.
Het archief der weesmeesters is zeer onvolledig bewaard. Blijkens een rapport van 30 mei 1795 *  omtrent de bij den terugtocht der troepen van den hertog van York geleden schaden in Januari 1795 zijn in het weeshuis de deuren opengebroken, de kasten der weeskamer aan stukken geslagen en al de daarin zijnde papieren verscheurd.
Het archief is niet een weeskamerarchief in den zin van art. 19 der Archiefwet, en van het ter uitvoering daarvan vastgestelde Kon. besluit van 19 april 1929, Staatsblad no. 171. Het is om deze reden niet aan het Rijksarchief overgedragen, maar bij het Elburgsche gemeente-archief bewaard, en in een aanhangsel bij den inventaris van dat archief beschreven.
Dit laatste vindt zijn oorzaak in het feit, dat het weesmeestersarchief zoowel van rechterlijken als van administratieven aard moet worden geacht.
Zie Inv. no. 1817.
Zie Resolutieboek van den Magistraat, hierna Inv. no. 4.
Afkortingen:
Inv. = Inventaris
Reg. = Regestenlijst
laatste wijziging 15-02-2023
3.371 beschreven archiefstukken
314 gedigitaliseerd
totaal 1.001 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe
Inventaris
1. Eerste afdeeling
Toon details van deze beschrijving
2. Tweede afdeeling
Toon details van deze beschrijving
3. Derde afdeeling
Toon details van deze beschrijving
4. Vierde afdeeling
Toon details van deze beschrijving
5. Aanhangsel
Toon details van deze beschrijving
6. Regesten
Toon details van deze beschrijving
1 1320 Juni 24.
REYNAUT, zoon van den graaf van Ghelre, geeft een landrecht aan de inwoners van Hollenderbrock.
Ghegheven ende ghescreven to Rosendale int jaer uns Heren dusent driehondert ende twintech up Sante Iohans mes Baptiste to middesomer.
2 1327 Juli 19
REYNAUT, graaf van Ghelre, verklaart verkocht te hebben aan de gemeente buren van Apeldorenloe zijn land, dat "henchemunde"was, en dat wijlen DYDERYC, zoon van vrouw HADEWYGH, zich had toegeëigend, gelegen aan Hollanderbroec, voor de vrije lieden als een vrij erf en voor hen, die anderen heeren toebehooren, als tynsgoed.
Ghegheven int jaer ons Heren duzent dryhundert zeven ende twintych des Sonendaghes na Sente Margareten dach.
3 1331 Februari 10
Schepenen van der Elborgh oorkonden, dat HERMAN heer HERMANSZOON verkocht heeft aan WILHELM, zoon van ALEYD HEYNEMANS, de helft van een hof, liggende voor zijne deur tusschen de straat en de stadsgracht.
Gheschriven int jaer ons Heren dusent drehondert ende enendertich an Sente Scholaticen daghe.
4 1335 Februari 22
JOHANNES, bisschop van Traiectum, geeft aan de schepenen der stad in Elborgh toestemming een gasthuis op te richten en daarbij een priester aan te stellen, en kent bovendien aan hen, die dit gasthuis begiftigen, een aflaat van 40 dagen toe.
Datum anno Domini M° CCC° tricesimo ipso die Beati Petri ad cathedram.
5 1336 Mei 14
REYNAUT, graaf van Gelren, geeft aan de poorters en geërfden van der Elborch een stuk land, dat zijnde "henghemunde" was, geheeten dat Ghoer en gelegen in het kerspel van Dorenspiic tusschen de kerk en de stad, in erftyns, benevens twee windmolen steden, gelegen aan de zee.
Ghegheven int jaer ons Heren ducent dryhondert ende sesendertich des Dynsdaghes na Sonte Servaes'dahe in den Mey.
6 1336 (vóór Juli 4)
Verschillende aartsbisschoppen en bisschoppen geven een aflaat van 40 dagen aan hen, die berouwvol en na belijdenis hunner zonden op bepaalde dagen den dienst in het gasthuis te Elborch bezoeken of aan die aan die instelling een gift geven.
Datum Avinione sub anno Domini millesimo tricesimo sexto, et pontifacatus domini Benedicit pape XII anno secundo.
7 1336 Juli 4
JOHANNES, bisschop van Traiectum., verleent overeenkomstig den brief van 1336 en op de daar gestelde voorwaarden (zie Reg. n°. 6) en aflaat van 40 dagen.
Datum Translacione Beati Martini anno Domini millesimo tricentesimo tricesimo sexto.
8 1343 December 1
Burgemeesters, schepenen en raden der steden Nymeghen, Gelren, Zuytphen, Ruremunde, Arnhem, Eymeric, Tyle, Zautbomel, Herderwije, doesborgh, Gogh, Doetekem, Lochghem, Venle, van der Nyestat, Ghent, Maesbomel, Wagheninghen, van der Elborgh, Hattem, Erkelent en Echt sluiten een verbond ten behoeve van jonker
REYNOLT, hertog van Gelren.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende veyrtich des naesten daeghs na Sunte Andries daghe des apostels .
9 1348 Mei 2
PHILIPS VAN GROENVELD, proost te Elst, verklaart, eenige vrije lieden van den hartog van (Ghel)ren te hebben ontvangen, gewisseld tegen eenige zijner hoorigen, waarvan één ter Elborgh woonachtig.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende ache ende viertich des anderen daghes na Sinte Philips' ende Sinte Jacobs daghe.
10 1350 Juni 17
WILLEM VRANKENZ EN VRANKE VRANKENZ. Verklaren verzond te zijn met de poorters en poorterschen van der Elborch.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drehondert ende vijftoch des lesten Donredaghes vor Sente Johans daghe to middesomer
11 1351 Juni 7
DIDDERIC VAN REDEN, priester, bericht aan schepenen en raad vand er Eylborsch, dat de daar aangehouden bode zijn knecht is, belast met een geheime zending naar Utrech en Rederkerke in Hollant.
Ghegheven int jaer ons Heren dusen driehondert eene ende viiftich des Dinssedaghes na Sunte Bonifaes'daghe.
12 1351 Juni 12
LAMERT ARNTSZ, burger te Campen, verklaart ontvangen te hebben van wege de stad van der Elborgh 121/2 coepmansschilden ten behoeve van HUGHE VAN DER HALLEN.
Gegheven int jaer ons Heren dusent dryhondert een ende vijftich des achtendaghes nae Pyncstreren.
13 1355 April 14
REYNOLT, hertog van Gelre, JOHAN, hertog van LOTHERINGEN, en JOHAN, graaf van Cleve, eenerzijds, en EDUART VAN GELREN en ENGHELBRECHT, graaf van der Marke, andererzijds stellen de voorwaarden vast voor een zoen.
Gegheven op Veluwe int jaer ons Heren dusent driehondert vive ende vijftich des Dinsdaghes na andaghes Paesgehen.
14 1355 September 26
De custos der Heilige Drie Koningen, kanunnik in de kerk van Colonia, verklaart desverzocht, dat EGBERTUS, zoon van wijlen ARNOLDUS UPPEN DIKE, als boete wegens zekere tegen LUBBERTUS SCHERPINGHE begane misdaad een bedevaart naar de kerk der Drie Koningen heeft gedaan.
Datum anno Domini millesimo CCCmo L° quinto sabbato post festum Beati Mathei apostoli et ewangeliste.
15 1356 Januari 21
HERBREN VAN PUTTEN, ridder, en ALIJT, zijne vrouw, geven aan GOSEN DEN CONYNG verschillende stukken land in erftyns.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drehondert ses ende vijftich op Sente Angneten dach.
16 1358 November 18
ARNOLDUS HOUTMAN van Arnhem, priester, belooft aan schepenen en raad ter Elborch, de vroegmis, de kosterij en de school aldaar gedurende een jaar te bedienen, te beginnen met St. Mathijsdag e.k.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert achte ende vijftich des Sonnendaghes na Sente Mertens dach in den winter.
17 1361 Januari 8
Schepenen en raad van der Elborgh oorkonden, dat heer WILLAM, geheeten van ZANDE, pastoor van Campen, heer GHERED DIBBOLT, pastoor van Herderwijc, heer GHERED DIDERICSZ., priester en vicaris ter ELBORGH, en BEREND LUTTIC, poorter aldaar, uitspraak hebben gedaan in de geschillen tusschen hen en den pastoor heer JOHANNES CAUPO over het Onzer Vrouwen altaar in de kerk en over het bestuur van het gasthuis, en beloven, zich daaraan te zullen houden.
Gegheven int jaer ons Heren dusint driehondert een ende tsestich des Vryedaghes nae Dortienden dach.
18 1361 Mei 27
HERBEREN VAN PUTTEN, ridder, belooft zich te zullen houden aan de uitspraak van den Hertog in zake het recht van den wind en het gruitrecht, en neemt aan, bij niet nakoming te Herderwijc in gijzeling te zullen komen
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehonderd een ende tsestich up des heylighen Sacraments dach.
19 (1361) Juni 24
REYNOUT, hertog van Gelre, beveelt schepenen, raad en gemeente der stad van der Elborch, zijnen broeder EDWARD als hertog te huldigen.
Gegheven aldaar (Arnhem) op Sente Johans dach baptiste.
20 1361 Juni 25
EDWARD, hertog van Ghelren, bevestigt de privilegiën der stad van der Elborch. Ghegeven in dien jaer ons Heren dusent drihondert een ende tzestich des anderen daghes nae Sunte Johans daghe Baptiste.
21 Z.D. [c. 1361]
HERBEREN VAN PUTTEN, ridder schrijft aan schepenen van der Elb(orch), dat zij voor den eerstkomenden Zondag de honderd schilden, welke zij hem schuldig zijn, moeten betalen in handen van zijnen zoon DERIC en van HENRIC VAN DER BRAKE.
22 Z.D. [c. 1361]
Schepenen van der Elborgh geven aan de klaring een opsomming van de euveldaden, door heer HERBERT VAN PUTTEN gepleegd.
23 1362 Juli 14
EGBERT BI OESTEN, ARNOLD AELTSZ., BERENT JOHANSZ. En PETER ARENDSZ. verklaren, dat er een geschil geweest is tusschen hunne nichten, GHESICKEN, dochter van MATHIAS FOLEMANS, en ALEYDT, eenerzijds, en hare zuster ALEYDT, vrouw van HERMAN VAN WILSEM, andererzijds, over de nalatenschappen van haren vader MATHIAS en haren broeder ZEYNE, en dat JOHAN BENTING, GHERED VAN EME< HELMICH VAN DEN DAMME, OTTE STROPEROC en GOSEN LUDIKENSZ. Hierin als scheidslieden uitspraak hebben gedaan.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert twe ende tsestich des Donredaghes nae Sente Margreten daghe.

24 1363 Januari 17
EDWART, hertog van Geldre, doet uitspraak in het geschil tusschen heer HAERBAR VAN PUTTEN, ridder, en de stad van der Elborch over het recht van de gruiten het recht van den wind, waarbij het eerste aan den heer van Putten en het tweede aan de stad wordt toegekend.
Gegeven in den jare ons Heren dusent dryhondert dry ende tseistic op Sent Anthonis' dach.
25 1363 April 19
GHERED STICKER en BEREND LUTKEN, schepenen ter Elborgh, Oorkonden, dat HEYNE EVERTSZ. Erkent schuldig te zijn aan MORREN HESSENZ. 71/2 schilden.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende testich de Wonsdaghes nae Misericordia Dei
26 1364 Januari 4
Schepenen en raad der stad tor Elborch verklaren, alle twistpunten, Welke zij hadden met heer JOHAN CAUPO, pastoor te Dorenspijc en Ter Elborch, te hebben bijgelegd, in het bijzonder aangaande het Testametn van HILLE WYNICKYNS ten behoeve van de vroegmissen In de stad.
Gegheven int jaer ons Heren dusetn drihodnert vier ende
Tsetoch des naesten Donredaghes na Jaersdaghe.
27 1364 Januari 4
JOHANNES CAUPO, priester, pastoor der keren van Dorenspijc En van der Elborsch, verklaart, dat de geschillen tusschen hem en De schepenen van der Elborch over eenen door hem gegeven brief
En over het testament van HILLE WINIKENS zijn bijgelegd.
Dyt is ghesciet ter Elborch int jaer ons Heren dusent driehondert
Vier ende sestich des Donredaghes na Jaersdaghe.
28 1365 November 22
WOLDEMAR, koning der Denen, sluit vrede met de steden Lubeckh,
Rostock Stralsundt, Bremen, Hamburch, Khill, Wismar, Gripeswoldt, Tenglen, Stetein, Nieuu Stergarden en Colberge, en geeft haar verschillende vrijheden.
Gegeven tho Nicopinge up Felster ihnn unsen schlot na Gades bort drutteinhondert ihar ihnn dem viffunndesechsigsen ihare in Sunte Clemens' avend, de ein eiliger pauuss was.
29 1365 [z. m.e.d.]
FOLKERUS, bisschop van Gibelethum., door den apostolischen stoel afgevaardigd tot de uitoefening van het officium pontificale in stad en diocees van Trajectum, verklaart, dat hij bij de wijding van een nieuw altaar in kapel van het gasthuis van Elborch, gelegen in het kerspel Dorenspijc, op het protest van den pastoor van Dorenspijc JOHANNES CAUPO, heeft geantwoord, dat de wijding slechts geschiedde onder voorbehoud van het recht der moederkerk.
Anno nativitatis Domini millesimo trecentesimo sexagesimo quinto, indictione tertia,hora quasi nona.
30 1366 Maart 2
JOHAN CAUPO, priester, pastoor van Dorenspijc, geeft vidimis van den brief d.d. 1362 Juli 14 (zie reg. No. 23).
Gegheven int jaer ons Heren dusent driehondert zes ende tsestich des daghes nae dat emn zinghet Riminissere.
31 1366 Maart 5
Deken en kapittel van Sint Marie te Utrecht verleien BEERN LUTTIC, en STINE, zijne moeder, met de helft van een tynsgoed, gelegen in het kerspel Oestenwoude.
Des Donderdag na Reminiscere 1366.
32 1368 Juli 15
ALBERT, koning der Sweden en Gothen, heer van Schone, geeft aan schepenen en raadslieden der stad tot der Elborgh een "vitten" op zijn land bij het huis te Valserboden, en staat hun daar dezelfde rechten toe, als die van Lubeke hebben.
Ghegheven ... to Valsterboden na Godes bort drutteynhundert jar in deme acht und sesteghisten jare in Sunte Jacobes daghe des hilghen apostels.
33 1368 Juli 25
ALBERT, koning der Sweden, geeft aan verschillende steden, die in den oorlog van thans aan zijne zijde staan, onder welke Utrecht, Schwolle, Heselt, Deventer, Sutphen en Elbergh, vrijheden in Denemarken en in Schonen.
Gegeven... tho Valsterboden na Ghodes burth drutteinhundert ihar ihnn den acht und sechstigsten ihare in Sunte Jacobsdagh des heiligen apostels.
1001 Stadsbestuur Elburg, 1320-1813
Inventaris
6. Regesten
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe
33
1368 Juli 25
ALBERT, koning der Sweden, geeft aan verschillende steden, die in den oorlog van thans aan zijne zijde staan, onder welke Utrecht, Schwolle, Heselt, Deventer, Sutphen en Elbergh, vrijheden in Denemarken en in Schonen.
Gegeven... tho Valsterboden na Ghodes burth drutteinhundert ihar ihnn den acht und sechstigsten ihare in Sunte Jacobsdagh des heiligen apostels.
Datering:
1368 Juli 25
NB:
Afschr. In Inv. no. 182, (bijlage bij ingekomen brief d.d. 1601 Oct. 22/Nov. 1), p. 10-20
N.B. Gedrukt: SARTORIUS, Urkundliche geschichte des Ursprunges der deutschen Hanse (1830), II, no. CCXXXVII.
Zie ook:
  • 1001: 182 - , 1601.
laatste wijziging 22-08-2022
34 1368 November 1
EDWART, hertog van Gelre, verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad van Elborch den open brief voor zijn neef, den hertog van Beieren, met hem en met ridderschap en steden te willen bezegelen, en belooft, hen daarvoor schadeloos te zullen houden.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tsestich op Alreheiligen dach.
35 1369 April 23
EDWART, hertog van Gelre, bevestigt de stad van der Elborch en hare burgers in hunne gebruiksrechten op de meede, genaamd Veelkenmeede, welke "ongegraven" moet blijven.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent dryhondert negen ende tseistich op Sent Georgius' dach des heilgen marteliers.
36 1370 Mei 24
De raad van den koning van Dennemarcken sluit vrede met de verbonden Hanzesteden, en verleent haar handelsvrijheid en andere privilegiën in Denemarken en Schone.
Gegeven unnd geschreven ...tho dem Stralsunde na Gades bore druttienhondert ihare in dem seventigesten ihare des negensten dages na Godes Hemmelfart.
37 1370 December 3
EDWARDT, hertog van Gelren enz., verklaart, geene rechten te hebben op het drie vierde gedeelte van het Wildermenerf, in het kerspel van Oesterwolde, gekocht door BERENDT LUTTIC c.s., mits de tegenwoordige eigenaars hem uit dat goed een jaarlijkschen tysn betalen.
Ghegeven int jare ons Heren dusent driehondert ende tseventich op Sente Barbaren avent.
38 [c. 1370] Juli 25
GODERT VAN DYEZE, de jonge, klaagt bij schepenen en raad der stad van der Eylborch over Pelgrim van Putten, Herberen van Putten, Steven van Roeden, Erenest van der Horst, Henrich van Oestenwolde en Jacop Hughenz, dat deze zich niet houden aan wat zij hem in open brieven hebben beloofd.
Ghegeven up Sente Jacobs dagh.
39 [c. 1370] September 22
GOEDERD VAN DYEZE, de jonge, klaagt bij schepenen en raad der stad van der Eylborch, dat Pelgrim van Putten, Herberen van Putten, Steven van Roeden, Henrich van Oestenwoelde en Jacob Hughenz, hem met valsche zegels bedrogen hebben, en verzoekt hun, de bedriegers te berechten.
Ghegeven... up Setne mauritius' dach ende zijnre geselscap der hiliger martelere.
40 Z.d. [c. 1370]
HELMICH VAN DURE schrijft aan schepenen en raad van der Elborch, dat, wat HERBERT VAN PUTTEN over hem schrijft, gelogen is, en waarschuwt tegen hem.
41 1371 Januari 14
ALBERT IN DER STROET, richter in de Hollanderbroec, oorkondt, dat ELGHER HEYNENZ. Als momber van het kind van zijnen broeder LAMBERT, met de magen van vaders- en moederszijde aan LUBBERICH, moeder van het kind, ten voordele van het laatste eene rente maakt van acht schilden 's jaars, gaande uit acht morgen land in de Hollanderbroec.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tseventich up Zente Ponciaens dach.
42 1373 Augustus 17
ARND VAN HOERN, bisschop tUTRECHT, geeft aan de ingezetenen van der Elborch vrijgeleide in het Ghesticht.
Ghegheven tot Campen int jaer ons Heren duysent drehondert dre ende tseventich deze Wonsdages nae Onser Vrouwen dach Assumpcionis.
43 1374 Februari 3
HENRIC BERENDSZ. geeft aan zijnen bloedverwant BEREND LUTTIC vijf akker turfland te Oestenwolde graties in pacht, om daar twintig jaren lang turf te graven.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tseventich des anderen daghes nae Onser Vrouwen daghe te Lychtmissen.
44 [1374] Mei 31
(ALBRECHT, hertog van Beieren), verzoekt burgemeesters, raad en gemeene poorters van Elborch, zijn "neve ende nychte van Ghelre" te huldigen, met behoud van zijn recht en van de brieven, gegeven bij het huwelijk zijner dochter.
Ghescteven in onsen bezitte voer Ghyldenborch op des sHeylich Sacraments avont.
45 1375 September 18
MECHTELT, hertoging van Gelre, gravin van Bloys, beveelt aan schepenen en gemeente van der Elborch, ARND VAN HOERN, bisschop van Utrecht, of zijnene ambtlieden onderdanig te zijn en te gehoorzamen, daar zij de stad aan hem heeft verpand.
Ghegheven ter Lede int jaer ons Heren duysent driehondert vijf ende tseventicht des Dinxedaghes nae Sente Lamberts dach.
46 [1375] December 4
De bisschop van (Utrecht) verzoekt burgemeesters, schepenen, en raad der stad Eelborch, met den hertog van Gelre te spreken over het geld, door JOHAN VAN CULENBORCH geëischt, welke schuld afkomstig is van zijnen voorganger JOHAN VAN ARKEL, nu bisschop te Ludyc.
Ghegeven tUtrecht op Sinte Barbaren dach.
47 [c. 1375] Augustus 29
Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem roepen schepenen en raad van der Elborch op tot het zenden van afgevaardigden naar een landdag te Nyemegen.
Gegeven op Sente Johans dach Decollacionis.
48 Z.D. [c.1375]
ALBERT BODELEWEN soene doet bij testament verschillende makingen, o.a. aan Sinter Clawes en den H. Geest, en aan het Sciplude altaar.
49 1376 Februari 5
JACOB RENT draagt over aan BERNT LUTTIC en REYNER CLAWES ZOON het Ermgardelant, gelegen in den Hollanderbroec, benevens eene schuur aldaar.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert zes ende tseventich up Zente Aghaten dach.
50 1376 Augustus 14
OLEFF, koning der Denen, bevestigt het verdrag met de verbonden Hanzesteden d.d. 1370 Mei 24 (zie Reg. No. 36).
Ggegeven und geschreven...tho Korshore na Godes berth drutteinhondert ihare ihnn den sches und seventigsten ihare ahn Unses L. Fruwen avent alse tho hemmel fhore.
51 1376 Augustus 14
HAQUINUS, koning van Norwefia en Swetia, sluit vrede met de afgevaardigden der verbonden Hanzesteden, en bevestigt en vermeerdert hare privilegiën.
Datum et actum in Kallinghborch anno nativitatis Domini Mo CCCLXX sexto in vigilia Assumptionis Beatae Mariae virginis gloriosae.
52 1376 Augustus 16
OLEF, koning der Denen, bevestigt een verdrag, door den Rijksraad met verschillende zeesteden aangaande onderpanden op Schonen gesloten.
Gegeven und geschreven... to Korshore ihnn Seheland na Gades bort drutteinhundert ihare ihnn den sechs und seventigsten ihare den negesten na Unser Frauwen dag alse te hemmel for.
53 1376 October 29
WOLTER MACHORYS en HENRIC MACHORYS, gebroeders, beloven, BERNT LUTKKEN, JACOB HUGENZ, DIRIC SCEELHEYNENZ. En AERND ALFERSZ, wegens een borgtocht van 110 oude schilden voor HERMAN VAN MEKEREN ten behoeve van WOLTER voornoemd, schadeloos te zullen houden.
Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende tseventich des naesten dages Symonis et Jude apostolorum.
54 Z.D. [1377] [na Januari 6]
GHERIT DYE GRUUTHER en GHYSEBERT ZASSEN antwoorden aan burgemeesters, schepenen en raad (van) Elborgh, dat heer HERBEREN VAN PUTTEN in den vrede begrepen is.
55 1377 Mei 24
DIRCK, bastaard van Brunchorst, EBBERT VAN VURDEN, geheeten MODEN-BERCH, WILLAM VAN VURDEN, en EVERD VAN DEN KUR verklaren ontvangen te hebben honderd oude schilden, waarvoor PELEGRYM en HERBEREN VAN PUTTEN, gebroeders, hun borg waren.
Gegeven ……in den jare unses Heren dusend driehundard soven ende tsoventich Sonendages na Pinxteren.
56 1378 Februari 5
ARND VAN HUERN, bisschop van Utrecht, belooft aan schepenen en raad der stad van der Elborch en hare burgers, hen te zullen handhaven in hunne privilegiën, zoo lang hij de stad van hertogin MECHTELD in onderpand heeft.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert achte ende tzeventich op Sente Agaten dach.
57 1378 Juni 1
WILLEM, oudste zoon tot Gulich, hertog van Gelre, geeft vrijgeleide aan de inwoners der stad van der Elborgh, met uitzondering van HELMICH VAN DEN DAMME.
Gegeven int jaer ons Heren dusent driehondert acht ind tsoventicht des Dinxdages na ons Heren Hemelvaerts dach.
58 1378 November 2
WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, geeft vrijgeleide aan de inwoners van de stad ter Elborch, en de buurschappen Dorenspijc, Auden (broec)k, Oestenwoude, Zalick, Vossekulen, en het ambt van WOLTER MACHARYS.
Ghedschreven int jair ons Heren dusent driehondert acht ind tseventich des Dinxdages na Alre(heiligen dach).
59 1379 Augustus 25
De hertog van Geldre verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad van Elleborch zijne huwelijksvoorwaarden mede te willen bezegelen.
Gegeven ….. int jaer ons Heren dusent driehondert negen ende tsoventich des Donredaegs na Sonte Bartholomeus’dach.
60 [1380] Augustus 11
De hertog van Gelre verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Elburch, met WILLEM VAN STEYNBERGEN, zijn “neve” en ambtman, bij hem te komen te Ruremunde en hem te helpen tegen den bisschop van Ludich.
Gegeven tot Nymegen des Saterdages nae Sente Laurencius’dach.
61a 1381 Maart 8
Dyderic Lubbertsz. en Lambert Crane, schepenen van Elboirch, oorkonden, dat Jacop Hughenzoen en zijn zoon Hughe overdragen aan heer (?) Jan (?) Hoghenap 3 voeder hooiland op Veleken meden.
Ghegeven int jaer (...) dusent driehondert een ende tachtich des Vriedaghes nae Invocavit.
61 1380 October 24
De hertog en de hertogin van Gelre berichten aan burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Ellborch, dat zij te Arnhem lombarden hebben aangesteld, om daar lombardstafel te houden, en verzoken hun, den brief mede te willen bezegelen.
Gegeven ….. int jaer ons Heren dusent driehondert ind tachtenticht des anderen dages na Sente Severijns dach.
62 1381 September 17
PELGRIM VAN PUTTEN maakt op verzoek van zijnen neef HENRIC VAN OESTENWOELDE het goed, gelegen tusschen Oelden Putten en der Elborch, dat de laatste van hem in leen had, tot een vrij goed.
In den jare uns Heren dusent drehondert een ende tachtentich up Sente Lamberts dach.
63 [1381 November 23
De hertog van Gelre verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad ter Elborch, vier schepenen naar Arnhem te zenden, om de beslissing te brengen over het geven van een bede.
Gegeven tot Nymeghen op Sente Clements’dach anno LXXX primo.
64 1382 Juli 1
De raad van den hertog van Gelre doet uitspraak in het geschil tusschen PILGRIM VAN PUTTEN en de stad van der Elburch, waarbij bepaald wordt, dat PILGRIM half gruitgeld beuren zal van hoppenbier, gebrouwen om te verkoopen en te tappen, maar van dat voor eigen gebruik niets.
In den jare van tweentachtigen des Dinxdages na Sunte Peter ende Paulus’dage.
65 1384 Maart 15
GHERMAN VAN DER HELLE verklaart ontvangen te hebben van JO-HAN VAN MAEDEN, HEYNRIC HOLEWERF en HENRIC VAN HELLE 24 oude schilden wegens een brief, ten laste van HEIMEN HANT VAN WESSEL.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tachtich des Dinxdaghes na Sente Gregorius’dach.
66 1385 December 8
DERIC VAN HOEMEN, richter van Veluwen, oorkondt, dat LUBBERT en TYASSEN HISSINC, gebroeders, eenerzijds, en JAN CREYENHOFF met FENNE, zijne vrouw, andererzijds eene minnelijke schikking hebben gemaakt ten aanzien van het goed te Lubbenhuys.
Gegeven int jaer onss Heren dusent dryehondert vijf ende tachtentich op Onser Vrouwen dach Conceptio.
67 [1387?] September 30
De hertog van Gelre verzoekt burgemeesters, schepenen, raad en gemeente der stad van der Elborch, zich gereed te houden om met al hunne manschappen te hulp te komen.
Gegeven tot Nymegen up Sunte Remeis’avont.
68 [1388] Mei 20
De hertog van Gelre beveelt richter, burgemeesters, schepenen en raad der stad ter Elborch, burgers te paard of met harnas en piek uit te rusten, om hem en zijn ambtman te volgen.
Ghegeven des Wonsdages na Pynxten.
69 1388 Augustus 1
JOHANNES DE BROECHUSEN, pastoor der parochiekerk te Dorenspijc en schepenen en raad te Elborch, geven vidimus van de brieven d.d. 1336 en 1336 Juli 4 (zie Reg. Nos. 6 en 7).
Datum sub anno Domini millesimo tricentesimo octuagesimo ipso die Petri ad vincula apostoli.
70 1388 November 18
De hertog van Gelre bericht aan burgemeesters, schepenen en raad der stad Elborch, dat hij tot zijnen stadhouder gedurende zijn tocht naar Pruyssen den proost van Oudemunster tUtrech heeft aangesteld.
Gegeven tot Arnhem….. int yaer onss Heren dusent drihondert acht ende tachtentich in octava Martini.
71 [1389] Juni 2
De proost van Aldemunster te Utrecht, bewaarder van het land van Gelre, verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad Elborch, den heeren van Sunte Maryen te Utrecht behulpzaam te zijn in de zaken, die zij in de stad hebben.
Gegeven tot Bymegen des Goedensdages nae Ons Heren Hemelvarts dach.
72 1390 April 6
De hertog van Gelre beveelt burgemeesters, schepenen en raad der stad Elborch, af te kondigen, dat de nieuwe, te Arnhem geslagen, munten door iedereen moeten worden aangenomen.
Gegeven tot Arnhem des Goidensdages nae den heyligen Paesschdach anno Domini MCCC XCmo.
73 1390 September 12
Schepenen van der Elborgh oorkonden, dat CRAFT ARENDSZ. BI DEN BROEKE, gehuwd met BETTE, dochter van BEREND SMEDE, overdraagt het goed, dat zijne vrouw verkocht heeft aan den schout van Delf.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert ende neghentich des Manendaghes nae onser Vrouwen dach Nativitatis.
74 1390 September 28
HENRIC VAN DER BRAKE, scholt ter Elborch, en schepenen dier stad berichten aan REYNER REMBRANTSZ., schout te Delf, dat BERENT JOHANSZ,. Neef van BETTE,vrouw van CRAFT, afstand heeft gedaan van de erfenis van AVE, vrouw van CLAWES TOELDEN, welke BETTE aan REYNER had verkocht.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drehondert ende neghentich op Sente Mycheels avont archangeli.
75 1390 September [28]
Schepenen ter Elborch beloven REYNER REMBRANTSZ., schout te Delf, schadeloos te zullen houden wegens de erfenis, door hem gekocht van BETTE, vrouw van CRAFT, en haar nagelaten door AVE, vrouw van CLAWES TOELDEN.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drehondert ende neghenticht op Sente (Mycheels avont) archangeli..
76 Z.D. [c. 1390]
Schepenen en raad in Campen verzoeken schepenen en raad ter Elborch, WOBBEN POTHOFS tot verkrijging van recht behulpzaam te zijn.
77 1392 Januari 22
PELGRIM VAN PUTTEN geeft vidimus van den brief d.d. 1356 Januari 21 (zie Reg. No. 15) en geeft de daarin genoemde goederen aan GOSENS erfgenamen opnieuw in erftyns.
Gegheven int jaer ons Heren dusent drehondert twe ende neghentich des Manendages nae Sente Angnieten dach.
78 1392 October 2
WILLEM VAN GULICK, hertog van Gelre, staat aan de stad van der Elborch toe, dat zij niet betimmerd of besloten mag worden binnen een afstand van een mijl, en breidt de stadsvrijheid uit naar aanleiding van de door hem bevolen verplaatsing van de stad
Gegheven int jair onss Heren dusent driehondert twe ende negentich des anderen daghes nae Sente Remys’dach.
79 1393 Mei 2
WILLAM VAN YSSELT, HERMAN VAN YSSELT, WILLAM VAN HEMERT, GHISEBRECHT UTER KOEKEN, EN COSSIJN VAN YSSELT WILLAMSZ. verklaren, dat hun neef HENRIC VAN DEN WERVE en diens zuster BYATRIS VAN STRIDELANT op grond hunner afstamming welgeboren zijn.
Ghegeven int jaer ons Heren duzent drehonder dre ende tneghentich optes Hilichs Cruus’ avont inventio.
80 1393 Mei 3
WILLEM VAN YSSELT, HERMAN VAN YSSELT, WILLEM VAN HEMERT, GHISEBERT UTER KOECKEN en COSIJN VAN YSSELT WILLEMSZ. verklaren, dat hun neef HENRIC VAN DEN WERVE en diens zuster BEATRIX VAN STRIDELANT op grond hunner afstamming welgeboren zijn.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tnegenticht op des Heiligen Cruys’daghe Inventio.
81 1393 Mei 9
WYNANT VAN ARNHEM en STEVEN PLOECH verklaren, dat HENRIC VAN DEN WERVE en WENDELMOET, zijne vrouw, benevens BEATRIX, zijne zuster, welgeboren zijn en gekomen uit verleende hofsteden.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert dre ende tnegentich des Manendages nae Sente Jans dach, als men scrivet ante portam latinam.
82 Z.J. [uiterlijk 1393] December 6
De hertog van Gelre beveelt schepenen en raad der stad Elborch, het geld van de schatting binnen acht dagen aan zijnen rentmeester van Veluen te betalen.
Gegegven tot Nymegen op Sunte Nyclaes’dach.
83 [1394] April 23
De magistraten van Lubica en Hamburgum verzoeken aan burgemeesters, schepenen en raad te drElborch, krachtens een besluit der Henzevergadering te Lubeke, gewapende hulp voor jonker OCKE VAN DEM BROKE tegen Vitalienbroeders te Dockem in Vreesland.
Upten XXIIIsten dach van Aprill.
84 [1394] April 25
Raadslieden en afgevaardigden der steden Zutphen, Deventer, Herderwijck, Elborch, Staveren en Hindeloep berichten aan burgemeesters en raad der stad Lubeck, dat zij op een dagvaart te Amsteldamme besloten hebben, een “vredeschip” uit te rusten met die van Campen en Amstelredamme, en dat over het “pontgeld” mondeling bericht gezonden zal worden.
Gescreven des Zaterdages nae Paeschdach tot Amstelredamme.
85 1394 Augustus 25
Schepenen en raad ter Elburch verklaren, voor een jaar Gherd Gherdesz. VAN DEN VEEN, toonder van dezen brief, te hebben aangenomen, om voor het gasthuis ter Elburch aalmoezen te ontvangen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert ende vier unde neghentich des Dinzedaghes na Sunte Bartholomeus’ dach.
86 1394 September 7
HENRIC VAN DORRETE, ridder, beleent AREND ALFARDSZ. Met de tienden te Ghortel in het kerspel Eepe.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehhondert vier ende tneghentich up Onser Liever Vrouwen avont Nativitatis.
87 [1395] Juli 15
ARNT VAN BOECHOP, rentmeester, verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Elborgh, het verdrag, door den Hertog gesloten met den aartsbisschop van Coelne, mede te willen bezegelen.
Gescreven des Donredages na Margrete.
88 Z.D. [c. 1395]
PILGRIM VAN PUTTEN schrijft aan schepenen en raden der stad van der Elborch, dat het hem bevreemdt, dat de stad zich schade berokkent door hem niet te betalen.
89 Z.D. [c. 1395]
PILGRIM VAN PUTTEN verzoekt schepenen en raden der stad van der Elborch, het geld, dat zij van hem hebben, mede te geven aan zijnen knecht MELIS SCUBBEN of den brenger van dezen brief.
90 [Tusschen 1389 en 1396] Februari 1
De hertog van Gelre verzoekt burgemeesters, schepenen en raad, en gemeene burgers der stad Elborgh, zijnen raad en ambtman in Veluwe, ARNDT TEN BOICKOEP, behulpzaam te willen zijn bij het graven van zijn bij de stad gelegen kamp.
Gegeven tot Arnhem op Onser Vrouwen avont Purificacionis.
91 [Tusschen 1389 en 1396]
ARNT THO BOECHOP, richter van Veluwe, beveelt burgemeesters, schepenen en raad, en gemeene burgers der stad van der Elborgh, de doodslagen, begaan aan RUTGHER, den wever, en JOHAN DEN HOEGHEN te berechten.
Gescreven des Dinxdages op Vastavont.
92 [1396] April 12
ARNT VAN BOECHOP, rentmeester, bericht aan burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Elborgh, dat de hertog van zijne reis naar Pruysschen is teruggekeerd, en het plan heeft ter Elborgh te komen.
Gescreven tot Arnhem feria quarta post Dominicam Quasimodo.
93 1397 Maart 9
WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, geeft aan de stad ther Elborch het recht, jaarlijks twee jaarmarkten te houden, eene acht dagen na Beloken Paschen, de andere op Sint Gallen dag, en geeft daarvoor vrijgeleide.
Int jair onss Heren dusent dryehondert seven ende tnegentich des Vrydages na den Asschelgoidesdach.
94 1397 Maart 9
WILLEM VAN GULICH, hertog van Gelre, maakt bekend, dat hij aan de stad van der Elborgh het recht gegeven heeft jaarmarkten te houden, gelijk nader omschreven is in den brief d.d. 1397 Maart 9 (zie Reg. no. 92), welke hier is geïnsereerd.
Gegeven in den jair ons Heren ende upten dach voirscreven (int jair onss Heren dusent driehondert seven ende tnegentich des Vridages na den Asschelgoidensdagh).
95 1397 Juni 18
FREDERICUS, bisschop van Traiectum, geeft aan pastoor, provisoren en bestuurders der kerkfabriek, en parochianen der parochiekerk in der Elborch toestemming, de oude kerk, buiten de muren der stad gelegen, af te breken en eene nieuwe binnen de muren te bouwen.
Datum anno Domini millesimo trecentesimo nonagesimo septimo feria secunda post Dominicam Trinitatis.
96 1397 Juni 18
FREDERICUS, bisschop van Traiectum, verleent een aflaat van 40 dagen aan hen, die, berouwvol en na belijdenis hunner zonden, in de parochiekerk van Elborch op verschillende kerkelijke feestdagen en gedurende de octaven daarna, of op de Zondagen den dienst bijwonen, aan de kerkfabriek schenkingen doen, e.d.
Datum anno nativitatis Domini millesimo trecentesimo nonagesimo septimo feria secunda post Dominicam Trinitatis.
97 [1397 December 6
De afgevaardigden der zeesteden van de Hansa verzoeken den magistraat van Elborch, afgevaardigden te zenden naar een Hanzedag te Lubeke.
Gescreven in Sunte Nicolaus’daghe des hylghen bysschopes int jar XCVII.
98 [1398] Januari 26
(De hertog van Gelre) verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stad van der Elborgh, de burgers te wapenen ter verdediging van het land, daar de vrede tusschen hem en die van Ludik een einde neemt.
Gegeven tot Venlo des Satersdages na Conversionis Sancti Pauli.
99 [1398] Februari 19
De hertog van Gelre verzoekt burgemeesters, schepenen en raad der stand van der Elborgh, hem vier goede boogschutters te zenden ter Nyhestat tegen die van Ludik.
Gegheven tot Goch des Dinxdages post Dominicam Esto michi.
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 800
Records 801 t/m 900
Records 901 t/m 1000
Records 1001 t/m 1100
Records 1101 t/m 1200
Records 1201 t/m 1246
laatste wijziging 15-02-2023
3.371 beschreven archiefstukken
314 gedigitaliseerd
totaal 1.001 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Kenmerken

Datering:
1320-1813
Inventaristitel:
De oude archieven van de gemeente Elburg en van den Zeepolder Oosterwolde
Omvang:
29,5 m
Auteur inventaris:
Dr. A.J. van de Ven
Inventarisatiedatum:
1932
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Openbaarheid:
Openbaar
Aantal beschrijvingen:
2084
Vestiging:
Elburg
Categorie:
  • Algemeen bestuur en Politiek
laatste wijziging 15-02-2023
3.371 beschreven archiefstukken
314 gedigitaliseerd
totaal 1.001 bestanden
 
 
 

Deel dit artikel

Twitter Facebook Ga naar onze Instagram pagina Contact

logo SNWV

Disclaimer | Sitemap